De herfst is een prachtig seizoen om te golfen. Kleurrijke bomen, dauw op het gras, en die frisse ochtendlucht maken elke ronde nét even anders. Maar met de vallende bladeren en nattere fairways veranderen ook de omstandigheden op de baan — en dus moet je soms even graven in je golfgeheugen: hoe zat het ook alweer met de regels in de herfst?

1. Bladeren en ‘verloren ballen’
Het meest voorkomende herfstdilemma: je slaat een mooie bal midden op de fairway… en die verdwijnt tussen de bladeren. Pech? Niet altijd.
Officieel geldt: een bal is verloren als je hem binnen 3 minuten niet vindt. Toch kunnen clubs in de herfst een Plaatselijke Regel invoeren: de zogenaamde ‘verloren bal door losse natuurlijke voorwerpen’.
Dat betekent dat je zonder straf een nieuwe bal mag droppen in de buurt van waar je dacht dat de bal lag. Check dus vóór je start even het lokale regelement — het kan je wat frustratie schelen.
2. ‘Plaatsen’ of schoonmaken
In de herfst zijn fairways en rough vaak zacht en nat. Daarom mag je in deze periode op veel banen plaatsen.
Als de baan dit toestaat (vaak aangegeven bij de eerste tee of op het scorebord), mag je de bal binnen 15 cm (niet dichter bij de hole) optillen, schoonmaken en weer neerleggen. Zo speel je eerlijk, zonder dat modder aan je bal je slag beïnvloedt.
3. Plassen, modder en ‘tijdelijk water’
Natte omstandigheden kunnen leiden tot plassen op de baan. Ligt je bal in of vlak bij een plas die niet permanent is, dan mag je droppen zonder straf. Zoek het dichtstbijzijnde punt waar je droog kunt staan en spelen, en drop daar je bal — ook hier weer: niet dichter bij de hole.
4. Gaten van wormen, ganzen of mollen
De natuur leeft op in de herfst, en soms ligt je bal op een plek waar dat goed te zien is. Wormenhoop, molshoop, of eendenpoep – het hoort erbij.
Goed nieuws: dat valt onder ‘abnormale baanomstandigheden’. Je mag de bal zonder straf verplaatsen naar de dichtstbijzijnde plek die wél bespeelbaar is.
5. Wintergreens en tijdelijke tees
Sommige clubs schakelen in de late herfst over op wintergreens of tijdelijke tees om de baan te beschermen. Dit kan betekenen dat de afstanden net anders zijn of de greens wat trager rollen.
Zie het positief: het is een mooie kans om aan je aanpassingsvermogen te werken — en dat betaalt zich later in het seizoen altijd terug.
6. Kleed je slim
Oké, geen regel, maar wél essentieel. Lagen, lagen, lagen!
Een thermoshirt, windjack en waterdichte schoenen maken het verschil tussen een frisse herfstronde en een koude strafexpeditie. En vergeet je handschoen niet — of neem er twee mee, zodat je kunt wisselen als eentje nat wordt.

